Archeologie in de Waalsprong: de 'Tenenzuigers'
De Betuwse tenenzuigers hadden zo'n twintig eeuwen geleden niet zo'n problemen met die stad. Zij woonden weliswaar in het gebied van het huidige Oosterhout en Lent maar ze hadden behoorlijk wat stadse fratsen. Aan de overkant lag ook toen al Nijmegen, een Romeinse stad die voor de eenvoudige Over-Betuwse boeren zeer imponerend moet zijn geweest. Ze bouwden de stadse gebouwen nog net niet na. Maar voor het overige speelden de voorouders van de Lentenaren en Oosterhouters zonder remmingen leentjebuur bij hun Romeinse overburen. De tenenzuigers moeten Latijn hebben geschreven. Op schrijfplankjes. Dat weten de archeologen die in de Waalsprong graven. Ze vonden zo'n plankje en de verzegeling die erbij hoort. Ook Romeinse sieraden, kleren, schoenen en godenbeeldjes haalden ze naar boven uit de Betuwse klei. En om al dat moois te beschermen, verschenen er Romeinse sloten op de deur. De sleutels kwamen eeuwen later aan de oppervlakte Ze zijn nu te zien in het museum van de Historische Tuin Lent. Daar tonen de archeologen ook de tenenzuigers. Het gaat om een graf waarin een man en een vrouw zijn begraven, hun hoofden aan de voeten van de ander. Alsof zij op zijn tenen zuigt. En hij op de hare. Het zijn Betuwse tenen. Misschien zat er wel een Romeinse teenring omheen? We zullen het nooit weten. Maar waarschijnlijk is het wel dat de tenenzuigers aardig wat Romeinse waar in huis hadden. Betaald met de verkoop van hun vee in hoog-Nijmegen. Ze hebben de Romeinse cultuur schijnbaar moeiteloos geabsorbeerd. Net zoals ze eerder de komst van stammen uit Duitsland hadden opgevangen via de zachte techniek. Ze gingen met de Duitsers naar bed en een nieuwe gemengde stam werd geboren. Wat er in de tussentijd met de genen van de tenenzuiger-afstammelingen is gebeurd, zou een bioloog eens moeten uitzoeken. Duidelijk is in ieder geval dat de Lentenaren en Oosterhouters twintig eeuwen later niets van Nijmegen willen weten. Geen open armen om de nieuwe inwoners te verwelkomen. Geen Marikenbrood op Lentse tafels. Geen blauwe steen op een Oosterhouts kruispunt. Wel een bouwstop, als een uit de hand gelopen Nijmeegs kwartiertje.
Peter Deurloo
De tentoonstelling in het museum aan de Griftdijk Noord 11 is op afspraak te bezoeken: tel. 024 - 3232418.
( bron: De Gelderlander, 10-11-2001 )